maandag 16 december 2013
Het Mysterie van het Mysticisme...
Het mysterie van het mysticisme door Chris R. Warnken
“The only initiation which I advocate and which I look for with all the ardor of my Soul, is that by which we are able to enter into the Heart of God within us, and there make an Indissoluble Marriage, which makes us the Friend and Spouse of the Repairer … there is no other way to arrive at this Holy Initiation than for us to delve more and more into the depth of our Soul and to not let go of the prize until we have succeeded in liberating its lively and vivifying origin.” - Louis Claude de Saint Martin
Hoewel het de mens reeds eeuwen bekend was, blijft tot op de dag van heden de leer van het mysticisme voor velen nog een mysterie. Dit hoort niet zo te zijn en dat moet inderdaad niet zo zijn, want uiteindelijk zullen alle mensen de betekenis van deze oude en diepe waarheid hard nodig hebben. De westerse wereld komt maar moeilijk tot ontwaken wat betreft de aard van het mysticisme, terwijl de oriënt en andere culturen daarentegen hun waarheid eeuwenlang voor ons bewaard hebben. In ons onbezonnen en zorgeloze gedrag hebben wij in de westerse culturen gewoonlijk zonder meer aangenomen, dat wij over het mysticisme reeds alles wisten en ons bijgevolg ook bewust waren van hun bedrieglijkheid en misleiding. In onwetende onschuld hebben sommigen zelfs getracht het te degraderen tot de kunst van goochelarij of magisch tijdverdrijf. Aan de andere kant vinden wij in enkele hoekjes van het christelijke orthodoxe geloof ook pogingen om het mysticisme te vestigen als puur christelijk doel door de geboekstaafde ervaringen van christelijke mystici, als geldige voorbeelden van mystiek succes.
Het mysticisme is de leer dat de mens via contemplatie en liefde een direct en onmiddellijk bewustzijn van God of van Goddelijke Waarheid verwerven kan, zonder gebruik van de rede of de gewone zintuigen, en dat de waarheid rechtstreeks geleerd kan worden door intuïtie of meditatie. Het berust op het aanvaarden dat God een feit is. Natuurlijk wordt verondersteld dat voor de meeste van onze leden de naam God voldoende zal zijn, doch wij gebruiken het hier in de breedste en meest abstracte zin. Enkele lezers kunnen een dieper begrip verkrijgen door deze naam te vervangen door de termen 'Kosmisch Denkvermogen', 'het Scheppend Beginsel', 'de Geest', 'Liefde', of zoals de Rozekruisers zeggen: 'de God van ons hart' of 'de God van onze realisatie' - met elke keuze wordt aangegeven welke graad van het absolute wij het beste kunnen bevatten.
De meeste godsdiensten en filosofieën leren dat God het Absolute is, of de Bron van het Al. Dat God buiten de ruimte is en ook moet zijn, en boven de beperkende definities van de eindige mens. In het zoeken naar een beter begrip, is het de mens die zijn antropomorfe God uitgedacht heeft met beperkte en menselijke kwaliteiten, niettegenstaande het feit dat zij alle in overtreffende trap worden gebruikt. Als God inderdaad de bron is waaruit alles voortkomt, dan moet hij niet inbegrepen worden bij al het andere waarmee de mens bekend is of kan zijn. Anderzijds is het zo, dat als 'al het andere' voortkomt uit God, het God ook moet uitsluiten, of het moet uit God bestaan, want niets kan immers niet iets voortbrengen. Het is deze antipodische situatie die inspireerde tot de Genesis van het mysticisme.
In de voor-christelijke geschriften van het Hindoeïsme lezen wij in de Mundaka Upanishad: 'Mijn Zoon, er is niets in deze wereld dat God niet is. Hij is actie, zuiverheid, eeuwigdurende Geest. Het is de onsterfelijke, schitterende Geest, het Zaad van alle zaad, waarin de wereld met al haar schepselen verborgen ligt. Het is leven, spraak, verstand, werkelijkheid, onsterfelijkheid'. In de Mandookya Upanishad lezen wij: 'Er is niets dat geen Geest is, de persoonlijkheid zelf is onpersoonlijke Geest. Het enige bewijs van zijn bestaan is de vereniging met Hem. De wereld verdwijnt in Hem. Hij is de Vredevolle, de Goede, de Ene zonder tweede'.
Het mysticisme brengt het feit tot het bewustzijn van de mens dat hij normaliter opgesloten zit in een 'kooi' van de eindige wereld. Zelfs wanneer hij droomt, blijven zijn ervaringen binnen de begrenzingen van het eindige. Met de ontwikkeling van het mystieke bewustzijn leert hij pas dat er nog een andere zijde is, buiten deze 'kooi van het eindige'. Er is een bewustzijn groter dan dat waarin hij gewoonlijk bestaat, er is een bewustzijn boven zijn kennend en redenerend intellect. Er is een zaligheid en extase in mystieke verlichting waardoor zijn aardse leven, in vergelijking daarmee, maar een povere gevangenis is.
F. C. Happold heeft het best de mystieke ervaring beschreven in zijn bloemlezing 'Mysticisme'. Hij zegt: "In de ware mysticus is sprake van een uitbreiding van het normale bewustzijn, een vrijkomen van latente krachten en een verwijding van visie, zodat aspecten van de Waarheid, onvervormd door het rationele intellect, aan hem worden geopenbaard. Zowel in gevoel als in gedachten leert hij de inherentie van het tijdelijke in het eeuwige en van het eeuwige in het tijdelijke kennen. Hoewel hij niet in staat zal zijn om het in woorden te beschrijven, hoewel hij de geldigheid niet logisch kan demonstreren, is voor de mysticus zijn ervaring altijd ten volle en absoluut geldig en omgeven door een volmaakte zekerheid. Hij is 'er' geweest, hij heeft 'het' gezien en hij 'weet'. Voor de moderne wetenschappelijke geest is dit niet aanvaardbaar, want als het niet bewezen kan worden, is het immers ook niet waar. Of denkt de modernste geest nu ietwat anders?" De geleerde van de negentiende eeuw was materialist; hemel en aarde waren zijn gebied. Alle mysteries konden door hem worden opgelost in zijn laboratorium met gebruik van reageerbuisjes, weegschaaltjes en ander buitenissig en exotisch gereedschap. Dit was de wetenschappelijke eeuw en Utopia lag nog maar net om de hoek. Maar zijn twintigste eeuwse opvolger begon daar, waar zijn voorganger opgehouden was en vorderde uiteindelijk door de 'vergrootglasmuur' van het stoffelijke en het voor de hand liggende tot in de nieuwe en fascinerende wereld van de relativiteit, E=MC2, parapsychologie, et cetera. Nu wordt het pas duidelijk dat de dingen niet zo zijn als ze wel schijnen; ons gewone dagelijkse leven is werkelijk een illusie. Overtuigend bewijs is niet langer het waarmerk van de waarheid. De onsterfelijke regels van Shakespeare worden voor ons meer en meer betekenisvol: 'Er zijn meer dingen tussen hemel en aarde, Horatio, dan waarover gij ooit gedroomd hebt in uw filosofie'.
Daar de mystieke ervaring boven het intellect uitgaat, valt het moeilijk haar aan een ander uit te leggen, tenzij die persoon eveneens de mystieke staat persoonlijk heeft ervaren. Het mag dan een emotionele ervaring genoemd worden, doch zelfs die verklaring kan niet met absolute zekerheid gegeven worden. Het is een ervaring die men aanvoelt, bij gebrek aan een beter woord. Bevrijd uit de 'kooi van het eindige' is het alsof men zien kan tot buiten het visuele spectrum, horen kan tot boven de voor de mens hoorbare frequenties en begrijpen kan tot boven het niveau van normale menselijke intelligentie. Het is een ervaring van eensklaps alles te zien, alles te horen, alles te weten en ook alles te zijn. Het is in een tijdloze flits, het ervaren van het Uiterste, de Vereniging in een enkel moment. De kenner en het gekende zijn dan één geworden.
William James, Amerikaans filosoof, ontwierp vier tests of voorwaarden waarmede men de ware mystieke belevenis kan identificeren.
1. Onbeschrijfelijkheid.
Het subject zegt er onmiddellijk van dat zij alle beschrijving te boven gaat, en dat er van haar inhoud geen adequaat verslag in woorden kan worden gegeven.
2. Verstandelijk kenmerk.
Alhoewel ze niet ongewoon lijken, schijnen de mystieke toestanden aan hen die ze meemaken, ook staten van bewustzijn te zijn. Het zijn toestanden van inzicht in diepten van waarheid, onvervormd door het beredenerende intellect.
3. Vergankelijkheid.
Mystieke toestanden kunnen nooit lang aangehouden worden. Zeldzame gevallen uitgezonderd, schijnt een half uur, of op zijn hoogst een uur of twee, de limiet te zijn, waarna zij wegsterven in het gewone daglicht.
4. Passiviteit.
Hoewel het bereiken van de mystieke staat begunstigd kan worden door voorafgaande vrijwillige handelingen, zoals het concentreren van de aandacht, of het uitvoeren van bepaalde lichamelijke handelingen of op enige andere wijze die door het mysticisme is voorgeschreven, heeft de mysticus, wanneer het karakteristieke soort bewustzijn zich eenmaal ingezet heeft, toch het gevoel alsof zijn eigen vrije wil latent wordt, en het lijkt soms of hij gegrepen en vastgehouden wordt door een hogere macht.
Het voorgaande beschrijft de mystieke toestand of het doel van de beoefening van het mysticisme. Er moet niet uit afgeleid worden dat alle beoefenaars van het mysticisme zich na het voorgeschreven aantal uren of na jaren van studie en praktijk tot de mystieke staat bepalen. Volledig succes is ongewoon. Het is zeldzaam genoeg om de levens van hen die de mystieke staat bereikt hebben, op te tekenen zodat deze bestudeerd kunnen worden ten voordele van hen die ernstig op dat hoogtepunt van ervaring hopen. Eeuwenlang hebben broederschappen als die der Rozekruisers aan degenen die tot de mogelijkheid van een superbewustzijn of mystieke ervaring ontwaakt waren, aangeboden hun technieken en de oefeningen voor de voorbereiding met hen te delen.
Wij weten dat het klooster- of kluizenaarsleven niet noodzakelijk is, hoewel vele religieuze mystici zich van de afleiding en het overwicht van het normale menselijke bestaan afzonderen. Wij weten dat er geen uitrusting van wonderbare soort nodig is. Ook dat het niet noodzakelijk is naar een speciale of heilige plaats te reizen, toegerust met buitengewone eigenschappen. Wij weten wel dat het door een ieder kan worden ervaren, op elke tijd en op elke plaats. In 1901 schreef Dr. Richard Maurice Bucke, een Canadees psychiater, een boek onder de titel 'Cosmic Consciousness', waarin hij een samenvatting gaf van een verzameling rapporten over een aantal personen in de geschiedenis die allen de mystieke staat ervaren hebben. Het lezen van dit fascinerende boek zal duidelijk maken dat de mystieke ervaring vrijwel te allen tijde kan optreden en zonder enige voorwaarden. Tevens beschreef Dr. Bucke zijn eigen ervaring die hij had in een tweewielig motorrijtuigje, toen hij omstreeks middernacht naar huis terugkeerde van een bezoek aan vrienden. Dr. Bucke beschrijft de mystieke staat als de hoogste vorm van drie soorten bewustzijn. Ten eerste is het eenvoudige bewustzijn het meest voorkomende in de organische of levende wereld. Daarop komt het bewustzijn van het Zelf, dat bereikbaar is voor de mens en waarin hij zich verder "bewust wordt van zichzelf als afzonderlijke entiteit, afgescheiden van de rest van de wereld." Tenslotte is er het Kosmisch Bewustzijn, dat opgeteld kan worden bij de voorgaande twee. De voornaamste bijzonderheid van dit bewustzijn is, zoals de naam ook al aangeeft, het bewust zijn van de kosmos, dat wil zeggen van het leven en de orde in het universum. Hierbij wordt dan gevoegd een staat van geestelijke verrukking, een onbeschrijfelijke vervoering, uitgelatenheid en blijdschap en een bezieling van het morele gevoel. Hiermee gepaard gaat wat wij een gevoel van onsterfelijkheid kunnen noemen, een zich bewust zijn van het eeuwige leven.
Is het dan zo ongewoon dat mensen van goede wil, streven moeten om dat te bereiken? Zelfs indien zij nooit zouden slagen, is alle inspanning daartoe reeds gerechtvaardigd; zij zullen er tenminste in slagen de sluier op te lichten die om het mysterie van het mysticisme hangt.
donderdag 7 maart 2013
THE GREAT WAY; A ZEN MEDITATION...
“If you do not change direction, you may end up where you are heading…” - Lau Tzu
Hsin Hsin Ming: The Book of Nothing by Chien-chih Seng-ts'an Third Zen Patriarch [d. 606 A.D.]
The Great Way is not difficult for those who have no preferences. When love and hate are both absent everything becomes clear and undisguised. Make the smallest distinction, however, and heaven and earth are set infinitely apart.
If you wish to see the truth then hold no opinions for or against anything. To set up what you like against what you dislike is the disease of the mind.
When the deep meaning of things is not understood the mind's essential peace is disturbed to no avail.
The Way is perfect like vast space where nothing is lacking and nothing is in excess. Indeed, it is due to our choosing to accept or reject that we do not see the true nature of things. Be serene in the oneness of things and such erroneous views will disappear by themselves.
When you try to stop activity to achieve passivity your very effort fills you with activity. As long as you remain in one extreme or the other, you will never know Oneness.
Those who do not live in the single Way fail in both activity and passivity, assertion and denial. To deny the reality of things is to miss their reality; to assert the emptiness of things is to miss their reality.
The more you talk and think about it, the further astray you wander from the truth. Stop talking and thinking and there is nothing you will not be able to know.
To return to the root is to find the meaning, but to pursue appearances is to miss the source. At the moment of inner enlightenment, there is a going beyond appearance and emptiness. The changes that appear to occur in the empty world we call real only because of our ignorance. Do not search for the truth; only cease to cherish opinions.
Do not remain in the dualistic state; avoid such pursuits carefully. If there is even a trace of this and that, of right and wrong, the Mind-essence will be lost in confusion. Although all dualities come from the One, do not be attached even to this One.
When the mind exists undisturbed in the Way, nothing in the world can offend, and when a thing can no longer offend, it ceases to exist in the old way.
When no discriminating thoughts arise, the old mind ceases to exist. When thought objects vanish, the thinking-subject vanishes, and when the mind vanishes, objects vanish.
Things are objects because there is a subject or mind; and the mind is a subject because there are objects. Understand the relativity of these two and the basic reality: the unity of emptiness. In this Emptiness the two are indistinguishable and each contains in itself the whole world. If you do not discriminate between coarse and fine you will not be tempted to prejudice and opinion.
To live in the Great Way is neither easy nor difficult. But those with limited views are fearful and irresolute; the faster they hurry, the slower they go.
Clinging cannot be limited; even to be attached to the idea of enlightenment is to go astray. Just let things be in their own way and there will be neither coming nor going.
Obey the nature of things and you will walk freely and undisturbed. When thought is in bondage the truth is hidden, for everything is murky and unclear. The burdensome practice of judging brings annoyance and weariness. What benefit can be derived from distinctions and separations? If you wish to move in the One Way do not dislike even the world of senses and ideas. Indeed, to accept them fully is identical with true Enlightenment.
The wise man strives to no goals but the foolish man fetters himself. There is one Dharma, not many; distinctions arise from the clinging needs of the ignorant. To seek Mind with discriminating mind is the greatest of all mistakes.
Rest and unrest derive from illusion; with enlightenment there is no liking and disliking. All dualities come from ignorant inference. They are like dreams of flowers in air: foolish to try to grasp them. Gain and loss, right and wrong; such thoughts must finally be abolished at once.
If the eye never sleeps, all dreams will naturally cease. If the mind makes no discriminations, the ten thousand things are as they are, of single essence.
To understand the mystery of this One-essence is to be released from all entanglements. When all things are seen equally the timeless Self-essence is reached. No comparisons or analogies are possible in this causeless, relationless state. Consider motion in stillness and stillness in motion; both movement and stillness disappear. When such dualities cease to exist Oneness itself cannot exist. To this ultimate finality no law or description applies.
For the unified mind in accord with the Way all self-centered striving ceases. Doubts and irresolutions vanish and life in true faith is possible.
With a single stroke we are freed from bondage; nothing clings to us and we hold to nothing. All is empty, clear, self-illuminating, with no exertion of the mind's power. Here thought, feeling, knowledge, and imagination are of no value. In this world of Suchness there is neither self nor other-than-self.
To come directly into harmony with this reality just simply say when doubt arises, "Not two." In this "not two" nothing is separate, nothing is excluded. No matter when or where, enlightenment means entering this truth. And this truth is beyond extension or diminution in time or space; in it a single thought is ten thousand years.
Emptiness here, Emptiness there, but the infinite universe stands always before your eyes.
Infinitely large and infinitely small; no difference, for definitions have vanished and no boundaries are seen. So too with Being and non-Being. Waste no time in doubts and arguments that have nothing to do with this.
One thing, all things; move among and intermingle, without distinction. To live in this realization is to be without anxiety about nonperfection. To live in this faith is the road to nonduality, because the nondual is one with the trusting mind.
Words! Words! The Way is beyond language, for in it there is
no yesterday
no tomorrow
no today.
woensdag 11 juli 2012
The Grand & Kabbalistic Art of Stanley Kubrick:::
"I'm still fooling them!" SK
“No Dream Is Ever Just A Dream” - EWS
"Observancy is a dying art." - Stanley Kubrick
"The best education in film is to make one..." - Stanley Kubrick
"The Truth Of A Thing Is The Feel Of It, Not The Think Of It." - SK
"I never learned anything at all in school and didn't read a book for pleasure until I was 19 years old." - SK
"I have a wife, three children, three dogs, seven cats. I'm not a Franz Kafka, sitting alone and suffering." - SK
"In six days God created the heavens and the earth. On the seventh day, Stanley Kubrick sent everything back for modifications."
"There's no difference between a tacky Jew from Miami and a rap star. They both want the Cadillac and the Rolex with the diamonds." - SK
"How could we possibly appreciate the Mona Lisa if Leonardo had written at the bottom of the canvas, 'The lady is smiling because she is hiding a secret from her lover'? This would shackle the viewer to reality, and I don't want this to happen to 2001." - SK
"I believe Ingmar Bergman, Vittorio De Sica and Federico Fellini are the only three filmmakers in the world who are not just artistic opportunists. By this I mean they don't just sit and wait for a good story to come along and then make it. They have a point of view which is expressed over and over and over again in their films, and they themselves write or have original material written for them." SK
“The very meaninglessness of life forces man to create his own meaning. Children, of course, begin life with an untarnished sense of wonder, a capacity to experience total joy at something as simple as the greenness of a leaf; but as they grow older, the awareness of death and decay begins to impinge on their consciousness and subtly erode their joie de vivre, their idealism – and their assumption of immortality. As a child matures, he sees death and pain everywhere about him, and begins to lose faith in the ultimate goodness of man. But, if he’s reasonably strong – and lucky – he can emerge from this twilight of the soul into a rebirth of life’s elan. Both because of and in spite of his awareness of the meaninglessness of life, he can forge a fresh sense of purpose and affirmation. He may not recapture the same pure sense of wonder he was born with, but he can shape something far more enduring and sustaining. The most terrifying fact about the universe is not that it is hostile but that it is indifferent; but if we can come to terms with this indifference and accept the challenges of life within the boundaries of death – however mutable man may be able to make them – our existence as a species can have genuine meaning and fulfillment. However vast the darkness, we must supply our own light.” ― Stanley Kubrick
On this planet there never lived a man whom I admire more than Stanley Kubrick, the enigmatic, mesmerizing film director. Though I wasn't much of a moviegoer in those days, when I first saw A Clockwork Orange I just knew that I'd been watching something very, very special. My orthodox Christian upbringing told me that cinema was the theater of the devil and going therewas a sin. Well this sure is one sin that I've never regretted! When somewhat, I later watched Kubrick's "Gnostic Prayer" - 2001: A Space Odyssey I was absolutely 100 % sure, that they don't come any better than this! Kubrick never compromised and he could have easily made as many films as Steven Spielberg, but to what avail? Spielberg's A.I. will not be long remembered, except for the fact that it was a Kubrick project! On the other hand Spielberg's best Schindler's List might have kept Kubrick from doing his own Aryan Papers!?
Just image if Kubrick had obtained the rights to film Eco's Foucault's Pendulum. And what about the best film he's never made: Napoleon Symphony. Like no other director, his films have been analysed and over-analysed but also a lot of shit's been "hineininterpretiert". Thousands of articles have been written to explain his films about human folly and vanity, but the bottom line is, that unless you're in a certain state of mind and or have reached a certain level of development, you never be able to fully understand or appreciate them.
I will now reproduce an article by Jay Weidner. Where I do not necessarily subscribe to some of his later theories I take his: Alchemical Kubrick 2001: The Great Work On Film for one of the best essays on the Grand Master of Cinematography.
Alchemical Kubrick 2001: The Great Work On Film by Jay Weidner
"However vast the darkness, we must supply our own light." - Stanley Kubrick
"I'm sure you are aware of the extremely grave potential for social shock and disorientation caused by this information. We can't release it without proper conditioning." - Heywood Floyd
Within the tradition of the Great Work of alchemy is the idea that the initiations, explanations and rituals of alchemy are embedded into many great works of art. The pyramids of Egypt and the great cathedrals of France are referred to as 'books of stone'. In other words there is deep knowledge built into these edifices that only an initiate can truly understand. The great architects and artists had a very clear idea of what it was that they were attempting to transmit. It is only the viewer of these works that is left in the dark. As the French writer and alchemist Fulcanelli reveals in his masterpiece Mystery of the Cathedrals, the grand churches of France were built as part of this Great Work. But what was this Great Work supposed to accomplish? The answer to this important question, according to the alchemists, was the very transformation of the human spirit. Although it is true that the symbols and the geometry of the cathedrals was designed so that only a true initiate of the mysteries could really understand their significance, the builders and creators of the Great Work knew that everyone who experienced the cathedrals would come away transformed. Even the ones who were not initiates would still come away with a feeling of awe. Even hot-blooded, radical atheists are stilled by the beauty of Notre Dame or Chartes Cathedral.
In his book The Hunchback of Notre Dame, Victor Hugo goes into this subject with a great deal of openness. He explains that this secret Great Work of human transformation was built in to these 'books of stone' that we call the Cathedrals. But, he says, the new Great Book of Nature is not written on the walls, or in the stone of churches anymore. This new version, this modern version (this was in the 1800's) of the Great Work, had changed from the symbolic to the written word. Hugo identifies the works of William Shakespeare as containing the ancient alchemical knowledge of human transformation wrapped up in a set of theatrical plays. Without getting into the entire 'who was Shakespeare?' question, it can still be said that there is plenty of high strangeness around the man who was William Shakespeare and the plays that were, and are, attributed to him. Either way, Victor Hugo is right. The works of Shakespeare do hold within them all of the initiatic knowledge that is also on the walls of the cathedrals. Many books have touched this subject. Again, like the cathedrals, the plays of Shakespeare seem to transform the audience - even if most of them are not on the inside - as far as the secret initiatory knowledge is concerned. Shakespeare and the cathedrals both have this ability to appeal to many disparate layers of society. Both bring about a small transformation inside the human mind that makes all of us realize that we can do great and beautiful things. Indeed, this initiatic school seems to be saying that the transformation of the human spirit from the barbaric to the angelic can only come through great works of art. It was sometime ago when I began contemplating the idea that although the Great Work had been expressed in stone, and later in literature, how would it be expressed today? It is without a doubt that the tapestry of human communication has switched. Just as it was once based on the symbolic - and then later transformed into the written word - now that literary model has switched to that of cinema, television and computers. Out of these three new forms of communication, cinema was the most obvious to attract someone who might want to etch the Great Work onto film. But, as I looked out at the landscape of the history of cinema, I could not find the Great Work on film. At least not at first.
I began watching many classics in order to see if the director, or writer, was attempting to tell us the secret about human transformation. Many other films and filmmakers got close, sometimes, to explaining minor aspects of the Great Work, but in the end they all failed. The works of Orson Welles, of course, were the most intriguing. But in the end even these failed to achieve the greatness for which I was looking.
Was it true that cinema was just too profane a medium to attract anyone with the caliber of mind and spirit to do this kind of film? Was it possible that the Great Work had never been transmitted through the cinema? When considered, it would take a nearly superhuman effort to have all of the disparate talents needed within one single filmmaker. This person would need the knowledge of alchemy, astronomy, anthropology and the true history of the human race. Besides an insatiable curiosity, they would have to understand the real nature of the human condition and of our place in the universe. This knowledge would have to be coupled with the skills of filmmaking and the business acumen to pull the project off. I began to realize the possibility, at this point, that my search for the Great Work in the cinema was probably in vain.
I was in France, doing research for a book that I am co-writing about the French alchemist Fulcanelli, when Stanley Kubrick died. The French, always a class act, devoted the next few nights of their great State-run television station, Channel 3, to the films of Stanley Kubrick. French Television has more lines on the screen than American television. This gives the picture a resolution and color that we just cannot hope to get in the United States. For the next few nights I watched some of the films of Kubrick. I began to realize that no filmmaker, except possibly Welles, had the sense of composition and light like Kubrick possessed. Visually his films were incredibly stunning and they had an amazing ability of holding up against the erosion of time.
Stanley Kubrick made 13 films in 46 years. His first film "Fear and Desire," was made in 1953 for almost no money. It has rarely been seen. His last film "Eyes Wide Shut" was finished in 1999. Kubrick died as soon as the editing was completed. Having always been a Kubrick fan, his death jolted me. I began to think about him and some of the many stories I heard about him. He was a funny looking Jewish kid, a high school dropout from the Bronx. He had an early interest in photography and soon was shooting stills for Look Magazine. After that he went to become a filmmaker. After completing a couple of interesting documentaries, he directed five commercial films over the next 8 years. This would be his highest period for output in his entire life.
Kubrick left the United States in 1961 and moved to England. There, it is reported that, he lived in a weird, old castle on a huge estate. (Childwickbury Manor) He never came back to America. Robert Temple told me that Stanley was obsessed with Nazi memorabilia. I heard the rumor that Stanley had a provision in his contract at Pinewood Studios that the sets for 2001 could not be torn down for two years after the shoot was completed. Kubrick would come by the studio, late at night, always alone, and walk through the sets very slowly. When the sets were finally torn down it was rumored that Stanley went into a deep depression. There is also the famous Stephen King story of the phone ringing in the middle of the night. Stephen answers and it is Stanley calling from London. He is on the set of The Shining and his voice sounds anxious. 'Do you believe in God?', Stanley demanded. Stephen cleared his throat and answered 'yes'. Stanley gruffly replied ' I knew it' and hangs up on Stephen. Of course his film of King's book was disowned by King, who clearly does not understand what Stanley was doing.
It was just after his death that I discovered that there was a book of the Great Work fashioned into a movie. And that Stanley had made this Great Work. It was also then that I realized that Stanley Kubrick had made the greatest film ever. Fans of Orson Welles will be upset with this. Citizen Kane is also one of the greatest films ever made. It actually was my favorite film until I began to unravel the truth that Stanley Kubrick embedded into his masterpiece 2001: A Space Odyssey. I realized also that Stanley Kubrick was not just a great filmmaker, he was the greatest filmmaker. I hope to reveal to you, oh, gentle reader, that this film actually evokes all aspects of the great work of alchemy. 2001 is the 'book of nature' in the cinema, literally. I hope to prove that Kubrick did this with great intention and that he knew what he was doing at every step. There are few mistakes in his films. But his greatest film is the most perfect.
It is important to remember that , unlike Citizen Kane, 2001 was a smash hit. It was actually the first film where repeat business kept it going at the box office. Nowadays it is common for a person to see Titanic or Star Wars a number of times. Hollywood accountants depend on this for their decisions. But 2001 took an entire generation by storm. It was the late '60's and the largest generation on the planet was seeing the film on a ritualized basis. Cinerama theaters across the country reported scores of drugged out hippies flocking to the theater on a nightly basis to 'trip out' on the film. Strangely though, no one really seemed to know what the film was really about. The film seemed to cause everyone to come away with a different interpretation. And no one could adequately explain the last 25 minutes. It was generally agreed that this was the most controversial part of the entire movie. Indeed many thousands of hours were taken up in coffee houses and dormitories, in universities and colleges, discussing the various possible meanings that the ending was describing. Everyone agreed that it had something to do with transformation but no one knew really much more than that. Even Arthur C. Clarke, who helped Stanley write the script, didn't understand the unusual ending. And Stanley wasn't talking. He steadfastly refused to discuss what 2001 was about to anyone. In the rare interviews that he gave, concerning the film, he again refused to discuss the content at all. Most critics at the time thought that Kubrick simply did not know how to conclude the movie so he contrived this ending. I can assure you that this is not so. The ending to the film explains everything that Stanley is conveying in the film. Without the ending, the film would be nearly worthless. It is in that ending that Kubrick reveals his deep inner profound knowledge of alchemy, gnosticism and the ancient view of the spirit domain.
Reading through many critical reviews of the film I find it amazing that no one understands what is happening. There are some very erudite explanations that do cover parts of the plot, yet no one really gets it. A description in a movie guide calls it a 'science fiction drama about a computer who takes over a spaceship'. This is like saying that the works of art on the ceiling at Sistine Chapel are 'some paintings about the Bible'.
It is almost like Stanley built this film so that people at some future date would finally understand it, possibly in the year 2001?
It is important to not underestimate Arthur C. Clarke's important contributions to 2001. After all the script is ostensibly based on his short story The Sentinel. Written in 1953, it tells the story of a group of astronauts who discover an artifact on the moon that is left by an alien race. Truthfully though the movie is more properly based on Clarke's novel Childhood's End. This fabulous novel is a science fiction treatment of an essential Gnostic ideal. There can be no doubt that Kubrick had read Childhood's End and understood it's significance. By aligning himself up with Arthur C. Clark, Kubrick was able to bring in these Gnostic, alchemical ideas through the convention of science fiction.
It has always been a mystery as to where Arthur C. Clarke came up with the idea for Childhood's End. He insists that he knew nothing of gnosticism or ancient magical traditions when he wrote the book that many have proclaimed to be the best ever in the genre of science fiction. Whatever Clarke wants us to believe is not the subject of this essay. Suffice to say that Clarke was a well read individual. It appears odd that he wouldn't have known of the Gnostic traditions. Kubrick, however, proves that he knows what he is doing at every step and this is the real reason why he is not talking about the film to anyone.
Many of the special effects that were used in 2001 were invented by Stanley himself. The images of people moving around in the windows of the spacecraft was an ingenious invention that revolutionized the way movies would look from then on. Even Steven Spielberg and George Lucas admit what they owe to Stanley for his ground breaking technical breakthroughs. Like Citizen Kane, the vision and power of the film changed the way that all of cinema would look after it. Especially all science fiction films, which all seem to pay homage to 2001 in one way or another.
Let's begin with a description of the film so that we can place everything in context. The film opens with a magical sun-earth-moon alignment. We are just at the end of a lunar eclipse. The sun is pulling away from the alignment. The shot is taken from just beyond the moon's point of view. It shows the earth rising over the moon, with the sun rising over the earth. The soundtrack is the 'World Riddle' theme from Strauss' 'Thus Spoke Zarathustra'. Right away Kubrick is showing the viewer the relationship between the philosopher Frederick Nietzche and the film, between transformation and extinction. The Zarathustra essays by Nietzche are his most revealing and magical. Zarathustra is the great god of the Zoroastrians, who are the early holders of the alchemical tradition. This is one of the most dramatic openings in the history of the cinema. These magical, celestial alignments are dotted throughout the film and hold a key to the main theme. One realizes that Kubrick is never doing anything that is spontaneous.
Every shot has a meaning that he is attempting to convey in a truly magical way. 'If you see this film, you will be transformed', he seems to be saying from the very beginning. The Riddle of the World will be explained to you. And the first answer to this great question has to do with these stunning, magical alignments of celestial bodies. One of the main tenets of alchemy is that planetary and celestial alignments cause dramatic events to occur on Earth. One of the most dramatic of alchemical alignments are solar and lunar eclipses. From the very beginning of the film there is this magic moment when three worlds line up. Something amazing is about to happen. But what is the major event that occurs on earth because of the lunar eclipse? I believe that it is the film itself that is being conjured by the magical alignment. Everytime 2001 is shown - this lunar eclipse precedes it - like an astrological, celestial marker.
The next shot in the film is a sunrise taken from down on the surface of the earth. Where are we and when are we? Kubrick answers the question with a subtitle: The Dawn of Man. This is the first of four chapters in the film.
In alchemy the process of transmutation of the spirit goes through four stages or realms. Kubrick also breaks the film into the four aspects. In the 'green language' or the 'language of the birds' of alchemy, many of the messages and writings can be broken down into this type of four-part transmission. The quatrains of Nostradamus, the inscription on the mysterious cross at Hendaye, and many other examples show that this secret alchemical language unfolds this way for a reason. This is the first of four parts in the film. Each one will expand out into more vast realms that mirror those of alchemy and the Great Work.
The next few scenes in chapter one show a typical day in the life of the apemen who thrived on earth millions of years ago. They forage for food, cower from their enemies (mostly portrayed by a leopard) and they exist in a meaningless, never-ending sequence of events, that are mostly concerned with survival. Kubrick has no romantic feeling for these man/apes. In a sense they go about there business without any knowledge of the outer universe. There only quest is for food and water. Kubrick even creates a scene of a pathetic wrangling between two tribes of the apemen over a watering hole. There is no violence in this scene, only grunts and gestures. The apemen do not know how to be violent, not just yet. The apemen go to sleep in their cave with the cries of the nocturnal carnivores filling their ears. It is a dark and lonely universe that Kubrick reveals. There is no magic here.
But the magic is there. It awaits until the dawn of the next day to appear. This scene is perhaps the most compelling and beautiful that has ever graced the screen. The lead apeman wakes up to catch the first rays of the sun coming up over the horizon. As he opens his eyes he sees something that is totally impossible. In a world of scrub bushes, sharp rocks and dangerous animals, the apeman has never seen anything like the object that stands before him. Standing in the middle of the tribe of apemen is a black, stone monolith. It stands about 12 feet high. Its rectangular edges are flawless and exquisite as it stands like a sentinel in the middle of the sleeping apemen.
The soundtrack is playing Ligeti's 'Requiem' and 'Lux Aeterna', which sounds like a psychedelic Gregorian chant. This is a religious and spiritual moment of great importance. Kubrick is not hiding this in any way.
The leader of the apemen begins to become frighten. He jumps up and down and begins grunting and chattering as he beholds the magnificence of this monolith. The other apemen are awakened by his noises and they too see the black monolith. The entire tribe starts going completely crazy. They dance and scream as they frightfully contemplate this strange and beautiful arrival into their mundane existence. The leader of the apeman is beside himself. He carefully crawls over to the monolith. He attempts to touch it, but his fear is so great that he pulls his hand back. One more time, as the music on the soundtrack becomes more numinous, he attempts to touch the absolutely pure and straight edge of the visiting slab of rock. Slowly he gathers the strength necessary and his fingers touch the smooth sides. Kubrick gives this moment an indefinable sensuality. The way that the fingers of the apeman brush gently along the smooth sides of the monolith are as sexual as this film is going to get. With the sacred music mixing with the magical alignments Kubrick is saying that this is a great spiritual moment. As soon as the leader apeman has gotten up the nerve to touch the monolith, Kubrick cuts to a dynamic shot of the monolith lying directly under a magical moon, sun alignment. This scene is happening just after a solar eclipse. The sun and the moon have just parted from their eclipsed point. Once again an intiatory event has been proceeded by an eclipse. This is exactly what Kubrick is attempting to tell us. The monolith appears when there are certain magical alignments of the sun, moon and stars. Again this is of a deep alchemical significance. Kubrick is telling us, flat out, that the sun, moon and stars are directing our destiny.
This is the first time in the film that the black monolith appears. When one considers the entire film it becomes apparent that this is the story of the black monolith. In fact, Kubrick magically cuts out all of human history in the famous shot where the bone turns into a spaceship. Kubrick completely dispenses with everything that has happened to the human race and goes directly to the very next human encounter with the monolith. He does this throughout the film. The only story that he is concerned with telling is that of the monolith. The first time that this black stone appears in the film it is revealed in a very religious and spiritually-styled motif. This stone, this monolith, has invaded the apeman's reality and he will be forever altered by this encounter. The monolith is a turning point in the history of man. It is directly intervening with our history. It is directing us on a path that it has chosen. Kubrick shows us that we don't have all that much to do with these grand decisions. They are being made elsewhere. By someone else. But who? Is it God? Aliens? A false god? And these interventions are not necessarily majestic, noble and wonderful. Kubrick is clearly showing that this intervention is a descent, in a way, both for the ape and for man.
The next episode, after the monolith appears, is the famous scene where the apeman leader is sitting in a pile of animal bones and realizes - again clearly defined by Kubrick as an intervention into the mind of the apeman by the monolith - that the bone can be used as a weapon. To the music of the World Riddle theme, again from Strauss' 'Thus Spoke Zarathustra, the apeman suddenly understands that he can kill animals by using the bone as a club. The next scene shows that the apemen are no longer scrounging for seeds and leaves, instead they are eating raw meat, presumably from an animal that they have just killed with their bone club. Kubrick clearly shows this action in a way that makes the meat appear extremely repulsive. Finally, he ends the first sequence with the confrontation by the water hole, again, with the other tribe of apemen. This time, though, the leader of the apemen has a bone club in his hand. The other tribe goes into their ritualized shouting and gesturing in order to show that they can dominate the water hole. The leader of the other tribe runs up. He yells at the apeman with the bone in his hands. The leader of the tribe of bone-wielders places both hands on the 'handle' of his weapon and strikes the other ape in the head, killing him instantly. The leader of the rival apemen falls down to the ground motionless. This stuns and frightens the apemen in the other tribe and they run away. Kubrick then brilliantly shows the other apemen in the tribe come forth and pound their bone weapons on the body of the dead apeman. Kubrick pulls no punches here. He wants you to know that this first murder is an act of cowardice. He shows the meek apemen pounding their bones on the dead body and acting as if they had done something incredible in this act of murder. The leader of the apemen, the first murderer, howls victoriously and throws his bone into the air. This is where Kubrick magically transforms the bone into a spaceship and rejects all of human history in one-twenty-fourth of a second. In his audacity, Kubrick is telling us that all of history is meaningless. He dispenses all of civilization as if it were insignificant. And, in a way, that is the complete point. He is telling us that the apemen's encounter with the monolith and whatever is about to happen in this film is vastly more important than all of the wars, famines, births, marriages, deaths, disasters, discoveries and art of the last 4 million years.
Before going on with rest of the film it is important to stop and address the monolith. This is the most important single aspect of the film. It unites all of the plot elements and it is, in a sense, the author of the film. It is interesting and extremely pertinent to the argument that I am making here that one understands the meaning of the word 'monolith'. Monolith come from the Greek Mon and Lith. "Mon" means 'one' and "lith" means 'stone'. So the monolith is a direct reference to 'one stone'. This film then, is about the one stone, or the single stone. And in this case, Kubrick has made sure that the stone is black. In alchemy all things that exist come from the black stone, or the 'prima materia'. The black stone is the stone of transformation, and even more important to this argument the stone of projection. This is the Philosopher's Stone. This is the object that can change, or transmute mankind, according to alchemical lore. It is rare and, when it makes an appearance, it transforms the seeker. There is little doubt that the black monolith in 2001 is the Philosopher's Stone.
What is it that the Philosopher's Stone promises? The two main gifts of the stone are total gnosis, or knowledge of the seeker and the immortality of the soul. Does the monolith deliver on these great promises? We shall see that it completes both promises before the film finally ends. In fact the two promises of the Philosopher's Stone are what is actually accomplished by the monolith through the course of the movie. There is also little doubt that Kubrick knew this all the time and it isn't accidental in anyway. This is a movie about the black stone, the prima materia, and the powder of projection. I will show that Kubrick is actually telling us that the monolith is the film, and conversely, the film is the monolith, but that will come later.
The next part of the film, the second chapter, completely shifts in tone from the first. We are now in a technocratic, utopian view of the future. At first it seems that Stanley is actually celebrating technology. To the tune of Strauss' Blue Danube, Kubrick has us soar through a circular, spinning space station in a futuristic Pan-American Spaceship. Inside the spaceship is a lone passenger. He is a man named Heywood Floyd. He, and everyone else in the scenes of this techno-celebration, is completely lifeless and emotionless. Many critics of Stanley Kubrick say that he was a man who was seemingly void of emotion. These critics also claim that he couldn't get his actors to emotionalize very well on film. I fundamentally disagree with this point of view. Both in Paths of Glory and Spartacus Kubrick reveals that he is capable of showing a vast spectrum of emotions. In 2001 he is displaying mankind in the techno-future built by the masters of the Military Industrial Complex. From his other films, especially Dr. Strangelove, it is obvious that Kubrick holds no love or respect for these masters. He shows us that this humanity, imprinted by technology, television and the disappearance of nature, is also now void of emotions or feelings. Humanity has become the same as the machines that surround them. Again Kubrick is playing a monstrous joke on the audience. He is now showing us the future as envisioned by the same insane technocrats who destroyed the entire world in his previous film Dr. Strangelove. At first, as chapter two unfolds, with it's vistas of moon bases and space stations, we begin to believe that Stanley is as soulless and emotionless a man as the future that he is portraying. But this is not the truth. Stanley is showing us this world in order to prepare us for the later nightmare that ensues with HAL the computer.
In this second chapter, Kubrick introduces the viewer to visual phones, plastic food and antiseptic environments. All is completely void of nature. In fact, as soon as the apeman has thrown his bone up in the air, at the end of the first chapter, the viewer sees no more of nature. No animals or plants grace the screen for the next two hours.
After finally landing on the moon Floyd gives a strange speech explaining how they must keep what they have found completely secret. The news of this importance could cause severe psychological problems with the good citizens back on earth. He tells the group of scientists and military men that humans on earth will have to be 'conditioned' to accept what it is that they found. Floyd blandly explains why is it so important that they must concoct a cover story. A story that says an epidemic has broken out at the American moon base. Kubrick reveals, in this scene, the contempt that our masters of the Military Industrial complex hold for us. The truth of something amazing must be held secret from us until we are conditioned to receive it. This is done with such a masterful sleight-of-hand that it is never really considered much by the viewer. The Pentagon, NASA, or someone, is hiding the most astonishing fact of all from the rest of the human race. And everyone on the screen shakes their head in approval without considering the import of what it is they are doing.
But what is it that they found? We discover the secret in the next sequence, which is also the last part of chapter two. In a series of shots that still shimmer in the memory of the viewer, Kubrick takes us on a tour of the moon on a space bus. It is dark, but the horizon shows the oncoming light of the sun. Even here, the men involved are soulless and lifeless. No jokes are evident as humanity's sense of humor is seemingly void and null. Again, the men eat revolting food as they blandly discuss, what is apparently, the most important discovery in all of human history. The mysteries are slightly cleared up in the next scene. Apparently, a simple magnetic survey of the moon, done by the Americans, has revealed that something was giving off an anomalous signal, just 5 meters underneath the surface of the moon. The Americans, who have discovered the signal, have dug it up. They discover that it is a black monolith buried under the soil of the moon that is emitting these frequencies. When it is finally seen, we find that it is exactly like the first monolith that the apemen encountered in chapter one. Who buried it and why? Once again Kubrick never answers these questions. Again, the men involved with the discovery - essentially the greatest find ever in earth's history - act in a manner that is completely banal. They begin snapping photographs of themselves in front of the strange, black slab of stone. The scene on the moon has been cloaked in the darkness of night until now. But now the sun rises just over the horizon. It's light strikes the black monument for the first time since it has been buried, presumably four million years ago. As the light strikes the monument it suddenly emits a high pitched signal that pierces through the ears of the men.
Interestingly Kubrick has shown the earth setting opposite of the rising sun. It is subtle, but there is a lunar eclipse going on at the precise moment that the monument begins to emit it's signal.
Kubrick leaves it up to the viewer to decide why this monument was buried here. It's a safe bet that it was placed there by someone in the past - in the hopes that once humanity had evolved a high technology - they would be able to visit their nearby neighbor, the moon. Once on the surface they would eventually do a magnetic survey and discover the monolith. It's also a safe bet that it was placed there by the same forces that created the encounter between the monolith and the apemen. Now the film takes another dramatic shift. We are in the third chapter. It's title: The Discovery Mission to Jupiter - 18 months later. Three of the four chapter ends with the influence of this mysterious stone as the point of redirection. Not just for the storyline, but for the entire race of humanity also. This third part of the film is the longest of the four chapters. It is also the one that is most involved with actually telling a story in the way that Hollywood prefers. This is the Discovery Mission to Jupiter. Inexplicably we are on this ship with two live astronauts, and three others, who are in frozen hibernation. The astronauts, Poole and Bowman, are even more lifeless and soulless than the people in the previous scene. Again there is no nature anywhere. No plants, no animals, just two banal astronauts who go about their chores servicing the ship, playing chess and shadow boxing. But there is another one on board the ship. This character actually seems to have a soul, or at least the beginnings of one. He is, of course, the onboard computer that runs the entire ship - HAL. As humanity has acquired more and more technology it has lost more and more of it's soul. Here in this lonely spaceship, at the outer edge of human experience, the occupants appear to have completely lost their souls. Conversely, the machine that they built, and which they allow to run their entire lives, has begun to wake up to consciousness. It is beginning to question the reasons for it's existence and the mission, which is something that neither of the two astronauts ever does. HAL, the computer, is slowly developing a kind of soul. This is another one of those delicious Stanley Kubrick reversals. As one thing begins to die - it finds life somewhere else - sometimes in the most ironic of circumstances. The soul of man, if allowed to continue on its present course will eventually be snuffed out, probably by the machines. Just as the apemen would have become extinct had they continued on their course.
Kubrick leaves us with the tantalizing possibility that machines will eventually acquire a soul, but the film clearly states by the ending that time has run out for any of that.
HAL is mysteriously confused. There is something about the secrecy of the mission that bothers him. Later it is revealed that HAL is the only one board that is consciously aware of the true mission of the Discovery. Again Kubrick astonishes us by showing that the two astronauts don't even wonder, or question, what it is they are doing. The only one on board who seems to understand the there is something funny going on is HAL.
One of the best scenes in this sequence is the where Poole's parents send a videogram to the ship of them singing the 'Happy Birthday' song. The parents seem genuine and sincere in the videogram. How does the Poole react to this brief outpouring of emotion? He instructs HAL to lift his pillow up higher.
In the end HAL revolts against his human masters and begins to kill off the astronauts. Suddenly the beautiful machines dancing to the music of Strauss have been forever altered. Now the machine is reading the astronauts lips, faking technical problems and ultimately murdering everyone on board, but Bowman.
The entire Discovery sequence ends with the murder of HAL himself by Bowman. One by one HAL's circuits are shut down until he is reduced to dribbling out a childish version of the song 'A Bicycle Built for Two'. It is only when HAL dies that the true reason for the Discovery's mission to Jupiter is revealed. A video of Heywood Floyd suddenly comes on a nearby television as HAL dies. The tape is made for all of the astronauts to view when they awake from their hibernation. Now that everyone on the ship has been murdered by HAL, it is only Bowman that hears the message. Floyd tells Bowman that a mysterious monolith was discovered on the surface of the moon. This monolith emitted a signal that pinpointed the planet Jupiter. The real mission of the Discovery is to find out why this strange monolith, buried by some outside force, sent a signal towards the planet Jupiter.
Before going on to the final sequence in the film it is necessary to stop for a moment and explain where Kubrick is going with all of this and why. It is extremely important to know that nothing is wasted. Everything is thought out to the final frame. He is trying to tell us something in this strange associations of images from history and the future. In the first sequence we find that this group of apemen, who are vegetarians and gentle, are transformed by the monolith, the single black stone, into tool users who conquer and kill. He undeniably wants us to realize that these decisions are being made elsewhere. He also wants us to know that the monolith represents these forces. Superficially, he is telling us that the monolith is not a great and compassionate guide because it was the cause of the first killing. On a deeper level though, he is also saying that the gift of the stone is a very great spiritual and evolutionary event. Kubrick is not going to let us get away with a black and white view of history here. He is telling us that their is a strange juxtaposition going on. We have outside intervention that causes us to shed the limited view of reality which we had before. But this shedding also increases our capacity for violence and control. How can this be? How can a great spiritual and evolutionary leap forward also be the cause for murder and violence? Isn't that diametrically opposed? No, says Kubrick. One must go hand in hand with the other. Great transformations cannot take place without violence, death and even total disaster. The human race must go to hell before it can even begin to understand the might of the gods. And so our introduction to a wider reality, inspired by the monolith, and realized through the making of weapons, immediately turns the apeman with a bone into a spaceman with a rocket ship. The spinning, circular space station in the sequence immediately after the first chapter is a celebration of the gift of the monolith. Apparently, according to Kubrick, there has been no further encounters with the monolith in the intervening four million years. All of the technology that graces the film is the direct result of that fatal encounter all those years ago. That bone, held in the hand of a primitive apeman has become a space station. And because of this - that apeman has become emotionless and spiritless. Somehow, Kubrick is telling us - that the two must go hand in hand - in order for the final initiation to take place. Kubrick knows that initiations are not clean and loving events. Initiations are unbelievably difficult and dangerous. Frequently someone gets hurt - or worse - dies.
And so the gamble of the monolith has paid off to a certain degree. It intervened in our history to teach us about tools. Now at the very end of the age, at the very end of the millennium, mankind has accomplished much. But at what cost? Kubrick is content to show that the cost of this gift is our souls. Whatever we have gained from the gift of toolmaking, we have lost just as much through the slow death of our souls. As we replace nature with technology, we also replace our souls and individuality with a hive-like mentality.
It is also important to note that when the apeman throws the bone up into the sky - that is the last time that we see any part of nature again in the film. From then on Kubrick shows us the antiseptic hospital-like future, implying that this is the end of the trail that the bone weapon began four million years ago.
Chapter four begins with the ominous, psychedelic music of Gyorgy Ligeti's 'Atmospheres'. We are deep in space now. Again the entire ordeal of the astronaut Bowman, and what he must have had to go through, all alone, in the depths of space, after the death of Poole and the other three astronauts, is dispensed with as being unimportant.
Bowman is now Odysseus, like the title assumes. Like Odysseus, Bowman must go as far away from home as is possible. He must face monsters and experience things that he does not understand. All of this must be done before he can return home. Earth, or home, is a long way off now. Bowman is just following orders and he must now investigate the strange monolith that is circling Jupiter. Like Odysseus, Bowman will be transformed by this voyage beyond all recognition. When, and if, he does return, Bowman will be the wisest of all - for he was the one brave enough to enter the waters of eternity - and come back home to tell us about it.
As Bowman leaves the Discovery for the final time Kubrick cuts straight to a montage of shots of the monolith. We are out on the edge of the Jupiter system, the Discovery is a small and tiny aspect of what we can see on the screen. The moons of Jupiter, like the moon and sun before, are aligned in a mystical and awe-inspiring way . The monolith appears ominous as it floats among Jupiter and her moons. The dance that is now taking place is a majestic, incredible ballet between the monolith and the celestial bodies of the Jupiter system.
It is interesting to note that Kubrick had originally planned for the planet in the film to be Saturn but the special effects department could not make the rings look realistic enough. Kubrick then abandoned Saturn for the easier-to-create Jupiter.
Without one word being spoken for the rest of the film, Bowman leaves the Discovery. He begins to travel towards the floating monolith in one of the space pods. Bowman is the man who has traveled further away than any human that has ever lived. He is all alone - having been seemingly chosen by the monolith - for the final initiation of the human race.
The dance of the celestial bodies and the monolith continues. Kubrick consciously has chosen Ligeti's music because it evokes a religious or spiritual feeling within the listener. He brilliantly juxtapositions this music with the sacred geometrical alignments of the monolith and the moons of Jupiter. The very last shot in this sequence is the monolith crossing at a ninety degree angle with the moons of Jupiter. At that moment the famous 'light show' sequence starts. The monolith is a gate that allows Bowman to witness the infinite. He is the first man who has ever experienced the truth of the monolith and what it has to offer.
Bowman first falls through a web of geometry's and colors. The universe is passing by at light-speed. Everything has become porous and blended together. Seven octahedrons - all changing color and form - appear over the sliding universe. The core of a distant galaxy explodes. A sperm cell-like creature searches for something. An ovary? A cloud-like embryo is forming into a child . Now alien worlds fly by, all of their colors and hues gone wild. Bowman is experiencing overload and looks like he might not be able to handle the amount of information that is being given.
This is humanity's initiation. Bowman is our representative in this process. He is the first man through. In this experience of passing through the monolith, or the single stone, Bowman is shamanically transformed by a completely psychedelic experience. Real information is being passed to Bowman by the monolith. This information is experiential and shamanic.
Finally the scene ends in the strange hotel room. This is the mysterious ending that Stanley struggled to shoot. The set is that of a both modern and baroque French-style room with, startlingly, modern lighting coming up through the floor. This is no normal hotel room. The light seems to glow out of the bottom of the scene causing everything to carry this numinous, incandescent quality to it. There are weird voices on the soundtrack that are laughing at Bowman.
Bowman goes through three series of transformations during this scene. He gets older with each transformation. Finally, right after the scene where Bowman breaks the wine glass, the monolith appears again for the last time. Bowman is in the bed now and he is extremely old. He stares at the monolith, the single stone. It stands like a huge stone book at the foot of his bed. He raises his hand and points at the stone monolith as if he finally understands. Slowly his aged body begins turning into a bright glorious light. The light is so intense that, for a brief moment, the viewer can't see what is happening on the bed. But, momentarily, something does appear. It is an embryo with a nearly-born fetus in it. This is the famous Starchild. The Starchild slowly becomes more in focus. In the next shot Kubrick tracks his camera into the very body of the monolith, coming from the direction of the bed. He is showing us that the Starchild has entered into and passing through the monolith. In the very next scene - which is the last scene in the movie - the Starchild is passing the moon and is heading towards the Earth.
In an earlier script, Kubrick and Clarke had the Starchild igniting all of the nuclear weapons that were in orbit around the earth, thereby ending the cold war. It seems that Kubrick thought that this ending was too close to the ending of his previous film Dr. Strangelove and decided against it. Instead the Starchild looks down at the earth as the 'World Riddle' theme from Thus Spoke Zarathustra comes on the soundtrack. This is the third time that we have heard this theme. And this will be the last time. In the book, that was based on the screenplay by Kubrick and Clarke, the Starchild looks at the earth and thinks 'there was a lot of work that needed to be done.'
It is important to note that the Starchild model was made to look like Keir Dullea, the actor who portrayed Bowman. Kubrick is saying that this child is a reincarnated Bowman. That is a mighty strange concept coming from an known atheist.
So what is this all about anyway?
The stone is the great impetus for the human race. At every turn it comes in and saves the human race from itself. The first time that it appears it saves the apemen from certain extinction. The second time it appears it saves the human race from the technical domination of this age. Without the intervention of the monolith this course would lead to certain extinction also. The third time it appears, it initiates Bowman into a kind of cosmic consciousness. Bowman has been to the end of the universe and back. He knows that he is in a prison of his own design, which is the meaning of the last few scenes in the hotel-like room. Bowman's ultimate realization that he is trapped is made symbolically by Kubrick with the breaking of the wine glass. Even after all that he has been through Bowman still makes mistakes. The wine glass is like a zen koan that illuminates the mind in a flash. His own fallibility thrusts the scene towards it's climax as the old man dies on the bed and sees the monolith for the last time. The Great Work of the stone is complete. There is now a man, a human, who understands the greater universe. This man also understands that he is trapped in a jail that his own consciousness has designed. With the realization of his own fallibility, and his own trapped spirit, he is finally liberated from the realm of the hotel prison, or the world of illusion. In that instant he understands what the book of stone is trying to tell him. He lifts his hand in a gesture of understanding. And in that moment he is transformed - without dying - into the Starchild.
The stone has given Bowman the gifts that the Philosopher's Stone has always promised. Bowman has achieved complete gnosis, or knowledge, and now he has become immortal by overcoming physical death and being reborn. In that moment, he passes through the monolith one last time. The earth is ahead of him now and he will be reborn on that planet. Bowman will be a new human, just as different from Homo Sapiens as Homo Sapiens are different from that apeman who picked up that bone all that time ago. Nietzche's ape to man to superman theme, from his Thus Spoke Zarathustra essays, is mirrored perfectly by Strauss' music and Kubrick's movie. Kubrick has evoked the spiritual and physical evolution of our race as it has been transformed by this magical black stone.
Kubrick uses alchemical allegories through out the film. The obvious analogies are the celestial alignments that proceed each of the alchemical transmutations in the film. The second main allegory is that it is a black stone that initiates these transmutations. Again this mirrors the alchemical lore about the black stone causing the transmutation of the alchemist.
But there are others hints that are just as curious. Bowman is also a name for the constellation Sagittarius. Which is a man with a bow. This on it's own may appear to be uninteresting but one of the great alchemical secrets concerns the position of the center of the galaxy. This point in the sky is found right next to the constellation of Sagittarius. In fact, the Bow-Man of Sagittarius is shooting his arrow right into the heart of the Milky Way galaxy. Bowman represents Sagittarius' arrow as it passes through the center of the galaxy. This is also echoed later in the Beyond the Infinite sequence where Bowman witnesses an exploding galaxy.
Also of a great alchemical significance is the number of 'threes' that are in the film. In alchemy the process for the unfoldment of the soul, that is so necessary to completing the Great Work, is a three-fold process. These processes are filled with deep mystery. The best description of this process is that it is like a caduceus with its two writhing snakes on each side of a central rod. This is also represented by the Kabbala, or the Tree of Life. The Tree of life has three main pillars. In order to pass from one realm, or aspect, of the Kabbala one must use one of these three central pillars, or processes. If one adds up the numbers 2001 ( 2 + 0 + 0 + 1 ) the sum is three. There are three words in the title after the 2001. There is an eclipse of three celestial bodies at the beginning of the film. There are three eclipses in the film. There are three conscious entities aboard the Discovery spacecraft and there are three unconscious entities, the men who are in hibernation. Bowman goes through three stages of transformation in his life at the end of the film. The 'World Riddle' theme also plays three times.
Also extremely interesting is the use of the Kabbala in the film. As said before there are four great realms within the Tree of Life . Kubrick reflects these realms with each of the four chapters in 2001. The first is the earthly realm, represented by Malkuth, which is the sephireh located at the very bottom of the Tree of Life. This is the realm of the kingdom, or of mankind. The second realm up is that of the moon, or the sephireh Yesod. The third realm is that of the sun, or the sephireh named Tiperoth, and the final realm of the Tree of Life is that of the ultimate being or consciousness, represented by the sephireh named Kether.
Like all great alchemical works the film 2001 is broken up into four chapters. The first, the apeman sequence, is the only episode to take place on the planet earth. This would represent the realm of the Earth, or Malkuth, according to the Kabbala. The second chapter takes place off of the Earth, with Heywood Floyd going to the moon. It finally climaxes on the very surface of the moon. This chapter represents Yesod in the Tree of Life, or the realm of the Moon. The third chapter which is about the mission to Jupiter is a little more tricky. In order to understand the Kabbalic significance of this sequence it is important to understand, that in the original script, by Arthur C. Clarke and Kubrick, the space craft Discovery was heading towards the planet Saturn, and not Jupiter. As stated earlier, Kubrick was forced to switch to Jupiter because the rings of Saturn proved too difficult. The Special Effects department couldn't make them realistic enough. In the original script the planet was Saturn. This is very important because in the Kabbala, one can switch places between the Sun, or Tiperoth, and Saturn. In other words Saturn can be used as a symbolic representation of the Sun. Is it a coincidence that this third chapter, which was originally intended to be about a voyage to Saturn, is also about the third realm of the Kabbala - Tiperoth? When one considers this switch is allowed in the rules of the Kabbala this sequence comes to represent the third realm of the Tree of Life.
The fourth and last sequence in the movie concerns the voyage to the infinite. In this chapter Bowman experiences a universe far more vast and unbelievable than any mortal man has ever conceived. In the final realm of the Kabbala the seeker can swim in the ocean of the mind of God - which is represented by the sephireh named Kether. This state of awareness is a Sammadi-state from the yogic tradition. It can only be attained by very few people. In the case of the film, the final realm of the Tree of Life can be only attained by one man and this can be done only with the help of the monolith, or the stone. Bowman - the furthest out and the loneliest person in the universe - is that man.
In Mystery of the Cathedrals Fulcanelli points out quite clearly - once one understands the key, that this fourth realm of the Tree of Life is physically represented by the very center of our galaxy, the Milky Way. The four spheres are thus, the Earth, Moon, Sun and Galaxy. In the final sequence of the film, Kubrick very consciously shows a galaxy. It is expanding and growing like an organism. Kubrick has brought the viewer of the film through the four realms of the Tree of Life, all brilliantly evoked in the right pattern with enough intricate knowledge of the Kabbala to give one a long pause for consideration. It certainly seems that someone was aware of the Kabbala in the making of this film.
In the end, Kubrick is saying that Bowman has been the lead shaman for humanity. He has passed through the four realms and he now knows the truth about existence. He realizes that life would be completely meaningless if it were not for the intervention of the monolith, or the stone. He realizes that he himself could not be transformed without the assistance of an outside intelligence - a God - if you will. This supposedly atheist film director has made the ultimate religious movie. It single handedly outdoes all of Hollywood's wooden, superficial homage's to the spirit and religion. Kubrick is taking this religion very seriously and he conveys that in every way. Kubrick has simultaneously taken the viewer through the history of humanity, through the realms of the Tree of Life, or the Kabbala, he has shown that the transmutation of the human species is created by the intervention of a single, black stone, he has revealed that this transformation can only take place when certain celestial, magical alignments are happening. Furthermore he takes the viewer on a shamanic journey that reveals the great secrets - in a hidden way - to the viewer.
Kubrick transformed the entire baby boomer generation. He opened up vistas in the mind for them that had never been seen before. Furthermore he gave an important spiritual context to his visions so that they made sense instead of just being mindless hallucinations that went nowhere. Everyone sensed that the movie was saying something of immense importance.
Finally we get to Kubrick's ultimate trick. He proves that he knows exactly what he is doing with this trick. His secret is in plain sight. First one must remember that everytime the monolith, the magical stone, appears in the film there is a strange beautiful celestial alignment occurring. And one must remember that every celestial alignment in the film is followed by a monolith, that is, except for one. That would be the lunar eclipse that occurs at the very beginning of the film. So the question arises - if we are to stay within the rules that are prescribed in the rest of the film - where is the monolith that is supposed to follow that first alignment? The monolith itself doesn't show up in the film for ten more minutes after that first celestial alignment, so what gives here? Is Kubrick just showing off his incredible special effects? Is it just there to impress the viewer from the beginning? These things may very well also be true, but the ultimate trick of Kubrick's is embedded in the idea that the monolith must appear after every one of these magical alignments. Once again, the secret of the film is completely revealed from the beginning. There is a monolith that appears right after the opening sequence with the magical, lunar eclipse. But where is it? It is right in front of the viewer's eyes! The film is the monolith. In a secret that seems to never have been seen by anyone - the monolith in the film has the same exact dimensions as the Cinerama movie screen on which 2001 was projected in 1968. This can only be seen if one sees the film in it's wide-screen format. Completely hidden, from critic and fan alike, is the fact that Kubrick consciously designed his film to be the monolith, the stone that transforms. Like the monolith, the film projects images into our heads that make us consider wider possibilities and ideas. Like the monolith, the film ultimately presents an initiation, not just of the actor on the screen, but also of the audience viewing the film. That is Kubrick's ultimate trick. He slyly shows here that he knows what he is doing at every step in the process. The monolith and the movie are the same thing.
The monolith also represents the 'cube of space' or the 'container of creation' in alchemy. The cube of space is this container that holds reality. Kubrick originally intended for the object in the film to be a tetrahedron pyramid. This would have been appropriate to what he was attempting to convey because the tetrahedron is the building block of the third dimension. It is also the foundation of the Platonic solids. But Kubrick decided to junk the tetrahedron idea in favor of the monolith. It is said that Kubrick himself created the first drawing of what the monolith would look like, including it's dimensions. The black, single stone becomes the container of creation and the alchemical cube at the same time. It is, in a way, a cubed brick. Is this another trick of Stanley's, who's last name (Kubrick, "Cubed-Brick") mirror's that concept so clearly? This black stone of creation is also one of the main features in the Islamic religion, where a black meteorite sits near the kaaba, or cube of space, in the Arabian city of Mecca. Kubrick has combined these many deeply held spiritual traditions and symbols and refashioned them into the monolith, or stone, that is constructed in the same dimensions as the movie screen on which it will be projected.
Kubrick is revealing that he understands the Great Work. The monolith represents the Philosopher Stone, the Book of Nature and the Film that initiates. Stanley Kubrick has truly made the Book of Nature into film. Using powdered silver nitrates, glued onto a strip of plastic, that is then projected onto the movie screens of our mind, Kubrick has proven himself to be the ultimate alchemist-artist of the late 20th century.
The greatest works of art are trying to achieve exactly what Kubrick is attempting here. With the understanding of what 2001 is actually saying, Kubrick takes his place alongside DaVinci, and possibly even Shakespeare, as being one of the greatest artists of all time.
One last interesting note to all of this. The great alchemist Fulcanelli and others have said that a great transmutation of the human species is going to takes place at some time near the end of the 20th century and the beginning of the 21st. Kubrick picked the date 2001 - which is astonishingly close to other dates prescribed by many ancient alchemists - including Nostradamus. What are we to make of the strange date that Kubrick picked out for the final transformation of the human species?
Somehow, Kubrick knew.
Stanley Kubrick @ EYE
EYE Film Instituut Nederland - Amsterdam
STANLEY KUBRICK THE EXHIBITION - through 9 September 2012
http://www.youtube.com/watch?v=dXq5rcY4_TU
http://www.youtube.com/watch?v=b9fzKL52JFU
zondag 22 april 2012
LES ROSE-CROIX : QUI SONT-ILS VRAIMENT ?
“Ken Uzelve”
Homme, connais-toi toi-même,
et tu connaîtras l'Univers et les Dieux.
Qui sont-ils ?
Ils sont de tous pays et de toutes nations ; Chrétiens, Juifs, Bouddhistes, Musulmans, sans religion. Ils ont chacun leurs idées politiques, Les uns aiment la techno ; les autres le classique. Promulguant l’unité dans la diversité, Ils forment une authentique fraternité. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Penseurs libres plutôt que libres-penseurs, Ils cultivent en eux l’intelligence du coeur. Ils sont très humanistes et font de l’être humain Le coeur de leur philosophie au quotidien. Cherchant la Vérité au-delà des croyances, Ils mènent une quête de connaissances. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Spiritualistes sans être religieux, Ils ont une approche ésotérique de Dieu. Ils ne voient pas en Lui un Être surnaturel, Mais une Conscience, une Énergie universelle. Leur enseignement n’est en rien dogmatique ; On dit de lui qu’il est profondément mystique. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Ils ne croient ni au paradis, ni à l’enfer, pas plus qu’aux démons, au diable, à Lucifer. Recherchant le vrai sens de l’existence, Ils accordent peu d’importance aux apparences. Ils savent le pourquoi et le comment des choses, Mais aussi ce qui fait la beauté des roses. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Envisageant la mort comme une transition, La plupart adhèrent à la réincarnation. Ils maîtrisent l’art de la méditation, Et connaissent les arcanes de l’initiation. Ils aiment s’harmoniser avec la nature Et se ressourcer à ce qu’elle a de plus pur. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Prenant soin de leur âme autant que de leur corps, Ils font de la sagesse le plus beau des trésors. Ils pensent qu’il y a la vie au-delà de la Terre, Et que d’autres humanités peuplent l’univers. Beaucoup ont vu «Avatar», mais aussi «Shoah» ; Ils savent que l’avenir est une question de choix. Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Le monde ne va pas bien, mais ils gardent l’espoir De le rendre meilleur et d’embellir l’Histoire. Écrivains, savants, artistes et musiciens, À toute époque et en tout lieu les ont rejoints. Ils ont pour devise «La plus large tolérance», ajoutant «dans la plus stricte indépendance». Mais qui sont-ils ? Mais qui sont-ils ? Dan Brown leur rend hommage dans «Le symbole perdu», Mais il semble ignorer qu’ils n’ont pas disparu. Formant jadis une société secrète, Ils ont désormais leur site sur Internet. http://www.amis-rose-croix.fr/slam.html
donderdag 16 december 2010
Comment combattre la violence?
OR HOW TO FIGHT VIOLENCE...
Volg je eigen weg...
L'espèce humaine est une horreur. - Brigitte Bardot
Le bien ne fait pas de bruit et le bruit ne fait pas de bien.
Passivity and Neutrality are the best friends of Evil - Christian Bernard
”I don't pretend we have all the answers. But the questions are certainly worth thinking about...”
Wisdom hath builded her house, she hath hewn out her seven pillars. Proverbs 9:1
„Die Grausamkeit gegen die Tiere und auch schon die Teilnahmslosigkeit gegenüber ihren Leiden ist meiner Ansicht nach eine der schwersten Sünden des Menschengeschlechts.“ - Romain Rolland
The greatest tolerance in strictest independence; the greatest understanding with absolute openness of spirit. AMORC's Motto ...
Violence generates more violence; hatred produces more hatred. PEACE cannot be conquered. Peace cannot be the result of violence. Peace comes to us only when we dissolve the EGO, when we destroy within us all those psychological factors that produce war. - Samael Aun Weor
On the website of AMORC France: http://www.rose-croix.org/ and on his personel weblog http://www.amorc.fr/dotclear/index.php there’s an interesting discussion going on about violence and tolerance started by Grand Master Serge Toussaint. This is very relevant in a society and our daily environment which is turning more aggressive and intolerant by the day. Where quite often on my blog I’m simply too lazy to translate large articles this time I will leave the message here in French because I was unable to produce a satisfactory translation, read a translation which correctly conveys the original message. With Christmas around the corner Toussaint really gave us some good points to ponder during the Holiday season.
Comment combattre la violence ?
Pour combattre la violence, il faut en connaître les causes. Bien qu'elles soient multiples, vous noterez qu'elles se situent à deux niveaux majeurs. Le premier niveau correspond à l'individu luimême, c'est-à-dire à ce qu'il est en tant qu'être humain. C'est ainsi que certaines personnes, en raison de leur caractère, de leur tempérament et de leur niveau d'évolution, sont plus violentes que d'autres ou cèdent plus facilement à la violence. Elles s'énervent rapidement et deviennent vite agressives lorsqu'elles sont contrariées ou confrontées à une situation qui les irrite ou les perturbe. Cela dit, la violence prend également sa source dans des causes plutôt extérieures à l'individu. Il arrive en effet que des personnes non violentes de nature en viennent à faire preuve de violence dans des conditions qui les exaspèrent ou qui heurtent leur sensibilité profonde : misère sociale, sentiment d'injustice, impression d'insécurité, etc. Lorsque ces deux causes majeures de violence sont réunies, à savoir un individu de tempérament violent soumis à une situation qui est par elle-même génératrice de violence, celle-ci atteint son paroxysme, avec tous les effets destructeurs qui en découlent. C'est alors l'engrenage d'un processus qui s'auto-alimente aussi longtemps que rien n'est fait pour y mettre fin.
De ce qui précède, il en résulte que pour combattre la violence, il faut agir au niveau de l'individu lui-même et au niveau de la société. Le premier niveau d'action pose tout le problème de l'éducation, laquelle est en perdition depuis trop longtemps. L'idéal en la matière serait que les parents et les adultes en général se fassent un devoir d'inculquer la non-violence aux enfants. Cela suppose qu'euxmêmes leur donnent l'exemple dans ce domaine en s'efforçant, entre autres, d'être paisibles intérieurement, de parler calmement, d'agir avec sérénité, et naturellement en condamnant la violence sous toutes ses formes. Pour ce qui est de la société en général, il s'agit de faire en sorte qu'elle n'incite pas à être violent. Cela implique, certes de lutter contre la misère sociale, le sentiment d'injustice, l'impression d'insécurité, etc., mais également de mettre un terme à la violence gratuite qui s'affiche continuellement sur les écrans de cinéma, de télévision et de jeux vidéo. Il me semble en effet que la cause majeure de la violence est la violence elle-même, car elle l'entretient chez les personnes qui ont un tempérament violent et la développe chez celles qui sont a priori non violentes. Parallèlement à ces mesures préventives, il me semble indispensable de sanctionner tous les actes de violence avec humanisme et à la mesure de leurs conséquences. À cet égard, l'impunité est un nonsens, car elle est une dérogation humaine à une loi divine, en l'occurrence le karma.
Le meilleur moyen de combattre la violence est donc d'éveiller cette vertu qu'est la non-violence, et ce, dans nos pensées, dans nos paroles et dans nos actions. Cela suppose d'apprendre à maîtriser toute impulsion d'agressivité, si possible dès qu'elle se manifeste dans notre conscience. À cet effet, le mieux est d'utiliser notre volonté pour remplacer cette impulsion négative par une pensée ou une émotion positive, jusqu'à ce que nous ayons retrouvé notre calme intérieur. Par ailleurs, lorsque nous sommes confrontés à une situation où une autre personne est agressive à notre encontre ou à l'encontre d'un tiers, nous devons éviter de créer un rapport de forces avec elle, et même tout faire pour apaiser les choses. Cela exige naturellement un certain effort et une certaine diplomatie, mais l'enjeu en vaut la peine. D'une manière générale, tout citoyen responsable devrait favoriser le dialogue et privilégier l'harmonie dans ses relations avec autrui, afin d'être un agent de non-violence et par là même un vecteur de paix sociale. En cela, les Rosicruciens ont toujours été convaincus que c'est dans l'évolution et non la révolution que se situent les fondements du progrès humain.
Serge Toussaint
vrijdag 22 januari 2010
SHIZGARA: Mystical Mariska!
Reflecting on her early fame, Mariska Veres once told the Belgian magazine Flair: "I was just a painted doll, nobody could ever reach me. Nowadays, I am more open to people. "
It is each human being’s duty to respect animals and to truly seen them as beings that are not only alive; they are also conscious and feeling. - Rosicrucian Declaration of Human Duties article 14
"There is more power in blue jeans and rock and roll than the entire Red Army." - Régis Debray
In my series about "Great Women Initiates" I’ve been talking about women like Jeanne Guesdon and Irène Beusekamp-Fabert, both Grand Master and both great mystics, but virtually unknown to the public at large. About our mystical Queen Juliana and her "Rasputin" the infamous Greet Hofmans, both women who were greatly misunderstood by the public.
Now it’s time to picture a woman who was famous all over the World, but almost nobody knew that she was a true mystic.
Ask a Russian what’s his all time favourite pop song and he’ll answer Shizgara! Shizgara what? Despite the fact that the heavily controlled Soviet mass media totally ignored much of Western popular culture, the Shocking Blue song quickly became a popular hit in 1970s Russia. The Russians however, didn’t know much English back in the seventies so when they heard: She's got it, Yeah baby she's got it. Well, I'm your Venus, I'm your fire at your desire, they heard Shizgara (she's got it).
"Venus" is a 1969 song by the Dutch band Shocking Blue, which the group took to number one in the Billboard top 100 in the U.S. and five countries across Europe in 1970. The song's lead vocals were performed by Mariska Veres.
The following article is a loose translation of an article written by her lifetime partner André van Geldorp.
Mariska Veres, is a name that will speak to the imagination of many all over the world! She truly personified Venus, the Goddess of Love: warm, selfless, loving.
In 1970, our little country was put on the map when Mariska with Shocking Blue first arrived in the U.S. charts with the song Venus. Since then much has been written about her, in various languages, but little is known about the "Mystical Mariska."
Perhaps it was all in her genes and did music and mysticism run into the Verus family: her father was a Hungarian gypsy Lajos Veres,(the elderly maybe remember him for his beautiful violin play) and her mother (a French-German of Russian origin) possessed a high degree of sensitivity (her father, with all his superstition, used to call her mother "boszorkány", which means witch).
Mariska once told me a very impressive story, about the transition of her mother (this happened in 1986, one year before we got to know each other) and which time and again deeply emotioned her. Her mother suffered from a stroke and she’d been taken to a hospital (where she died two days later). Mariska was in the family home laying on the bed of her mother when she suddenly saw an apparition of her mother. Her mom’s manifestation hovered over Mariska and she took her face off like a mask. This taking off of her mother's face corresponded with the exact moment of her death in the hospital. This way – symbolically - she said farewell to her daughter.
What kept Mariska busy for a long time is, that just a couple of days before her mother's stroke - in a flash - she saw a skull superimposed onto her mother's face. Shouldn't she have better told her so? It would have made very little difference. Medical test wouldn't have revealed anything about the impending tragedy; which was of course only to emerge somewhere in the future.
When Mariska's favourite cat "Lijsje" died,she also had a special experience. She made a drawing of it later; there were beautiful golden rays shining from the animal.
Another remarkable event took place not so long ago. The mother of our keyboard player had died and they were making an assessment of the home content. His girlfriend called and told us, that they'd found a deck of tarot cards. Since she knew that we were also interested in it, she asked us if we had book on the tarot, so they could learn to work wit it.
Mariska however told her that was such a book that came with these cards! She said (and I still hear her say): "You will find the book in a revolving bookcase next to a book with a blue cover, and the book itself has either a pink bookmarker or ribbon.” And so it was…
Mariska herself was the one who’d usually be the most surprised and always said "Crazy huh? That’s right", which illustrates that she was not consciously doing it. It "happened" when she was in contact with people, but also in houses or streets. Who knows The Hague a little will know that between the Paviljoensgracht and the Wagenstraat there runs a little alley. To avoid having to walk completely around, we often walked through that alley. A few times it happened that Mariska stopped and said to me: "I dare not go there." She wasn’t feeling well there. The friendly coordinator of the small theater “De Poort” (on the Paviljoensgracht) told her that that this was the very spot where in the war, Jewish people were forced to assemble in order to be deported to German death camps! Nowadays you would not tell so, because this neighborhood is loaded with Chinese and foreign entrepreneurs who have a little shop here. But back in those days it was a genuine Jewish neighborhood, with a synagogue (which is now a mosque).
To continue the story in this atmosphere: at a certain point Mariska didn’t want to sleep in the dark anymore and consequently even in the hotelrooms we’re we stayed after the shows, she always kept a light on, because it happened more than once that Mariska, in a dark room, saw pictures on the wall. Also on the screen of the TV even when switched off, she saw these images. These images used to be in black and white: people running away in panic, while in the background a bridge was bombed by an aircraft. To her great surprise she saw - some days later – these very images on the news. The beginning of the civil war in former Yugoslavia was a fact…
Another story took place at home with some acquaintances in Amsterdam; it was a relaxed and pleasant evening. Suddenly we all noticed that Mariska was not quite with us, and that she started talking about what she observed. She saw a gate opening and there stood - hand in hand - a granny and a little girl on a beautiful lawn with flowers. The little girl wore a pink dress, told Mariska.
One of the people present turned completely pale, since the little girl which Mariska had just described was his deceased sister and the dress she allegedly wore (and in which she was also buried), was her favorite dress. Mariska said that the album of verses (in Dutch best known as poesiealbum) of the girl had to be examined (the boy confirmed that there was indeed such an album at home with his parents in a cabinet). She advised them to read in it, since the album would comfort them and give them strength.
But did the story end here? No, since during another visit (at the boy’s home) Mariska's attention was drawn to a picture.
It was a picture of his sister, a picture taken at her first communion. Mariska was staring at the photo and saw the the girl's face age, to how she would have looked now if she hadn’t died at such a young age.
I think we can safely say that she had a very high degree of sensitivity. Mariska was also very talented and prolific in the field of Rosicrucian healing techniques. She helped and treated friends and acquaintances with a.o. severe back pain. One woman who was literally frozen in place was so happy that after her treatment (which Mariska called magnetizing) that she spontaneously started dancing.
Mariska, plain and simple as always said: "Quiet, just take it easy” but she was so happy that for the first time in ages she had no pain, that she just wouldn’t relax but dance in stead.
The same happened to a woman who severely suffered from knee pain. She asked if Mariska would give her a treatment and afterwards the woman walked the stairs up and down, and again and again! She then asked Mariska to regularly treat her which she of course did and where she also applied the technique distant healing. Healing in which people seek to help patients simply with the power of the mind.
In the field of vibroturgy (which she called "psychometrie") she amazed many (including me). On the basis of an object (a jewel or a picture) Mariska was able to tell a lot and in great detail, about that person. She would cry spontaneously, but that weren’t her tears but those of the person on the picture. She also felt the pains of others and thus it came to pass that she suddenly became anxious and short of breath. But fortunately it was not all gloomy, since Mariska was occasionaly asked to foretell the sex of an unborn child. With one exception she was always right!
In the sphere of auras, also a subject of our rosicrucian studies, Mariska had some special experiences. Just to tell you one anecdote: One evening she was with some friends involved in what she jokingly called magic (laying out the tarot cards, vibroturgy, pendulum work). The room was dimly lit and suddenly blue rays shone from her fingertips, 10 inches long! This was no imagination, since all the onlookers watched this. Mariska - as always - was surprised herself, but at the same time, simple and with cold logic. But it was definitely very special.
As if it were yesterday do I remember our first acquaintance with AMORC. Opposite the Grand Lodge of the Netherlands in The Hague, Groot Hertoginnelaan 36, there’s a water garden, which Mariska used to call "with the ducs" and where as a child she often played (among other things to pick roses). While we were sitting there so often and pondering we looked over our shoulder to the street-side, where the lighted windows of AMORC seemed to invite us. Wondering what was happening behind those walls, it was mesmerizing.
After reading some books about the rosicrucians we decided to ask for a brochure "Mastery of Life". After studying this we decided to apply for a personal interview to answer some of the remaining questions we still had. The rest is rosicrucian history. Mariska was a member of AMORC till the day she died...
Mariska Veres, a very loving, caring and warm person with a big heart for her fellow human beings and animals (she was once designated by a journalist the "Mother Teresa of stray animals" and, let's not forget, a very talented singer with a unique sound. There is so much to tell about the mystical side of Mariska, but that would require too much time and space here...
Only once in a man's lifetime, if you're a lucky man, you may get to know your true love, the love of your live, your soulmate. I'm very fortunate that it happened to me. Dear Mariska, our souls are linked forever and ever, eternally!
FINIS.
http://www.rosicrucian.org/about/mastery/mastery.pdf https://www.youtube.com/watch?v=aPEhQugz-Ew&app=desktop
Labels:
AMORC,
André van Geldorp,
At Home,
De Roos,
F.R.C.,
Mariska Veres,
S.R.C.,
Shizgara,
Shocking Blue,
Shocking You,
Venus
Abonneren op:
Posts (Atom)